Voor Follow The Money
De voedingsindustrie levert veruit de meeste lobbyisten voor TTIP, het aankomende handelsverdrag tussen Europa en de Verenigde staten. FTM ging naar Brussel om te praten met critici van TTIP en om te onderzoeken welke invloed dit verdrag gaat hebben op de machtige agrifoodsector.
De voedingsindustrie en landbouwsector zijn veruit het meest actief in Brussel om invloed uit te oefenen op het nog af te sluiten handelsverdrag TTIP (Transatlantic Trade and Investement Pact). Dit blijkt uit onderzoek van de Brusselse lobby–watchdog Corporate Europe Observatory (CEO). Het onderzoek is verricht naar 560 ontmoetingen die de Europese Commissie had tussen 2012 en 2013 in het kader van de TTIP onderhandelingen. Van de in totaal 560 ontmoetingen waren er 520 (92%) met lobbyisten van grote bedrijven. De grote invloed die lobbyisten hebben bij de TTIP-onderhandelingen is onder andere CEO een doorn in het oog.
DE GAANDE TTIP ONDERHANDELINGEN WORDEN GEDOMINEERD DOOR MULTINATIONALS EN CORPORATE BELANGEN
Deze week is voor de 8ste maal een Europees en Amerikaans team van onderhandelaars bezig om tot overeenstemming te komen over dit aanstaande handelsakkoord. Dit gebeurt achter gesloten deuren en vrijwel zonder de voorgestelde transparantie die de Commissie Juncker hoog in het vaandel heeft. Velen hebben kritiek op deze moeizame relatie die de Europese instituten lijken te hebben met transparantie. Europarlementariër Bas Eickhoutschreef erover in oktober 2014: ‘Dit akkoord institutionaliseert de zelfregulering van bedrijven die over productstandaarden besluiten zonder transparantie en democratische controle.’
TTIP-lobby tour
Maandagochtend 10:00 Rue de la Loi 170, Brussel. Voor het Charlemagne-gebouw wachten zo’n vijftien verkleumde journalisten tot hun tripje begint. Ze hebben zich ingeschreven voor de ‘TTIP lobby tour’, georganiseerd door CEO en het Duitse Lobbycontrol. Onder de journalisten zijn Spanjaarden, een Zwitser, Belgen, Nederlanders, Fransen en een heus camerateam van de Duitse WDR (compleet met frisse presentatrice). De gidsen Pia Eberhardt en Lora Verheecke van CEO en Max Bank van Lobbycontrol – leiden de bezoekers van het ene kantoorgebouw naar het andere. Binnenin die kantoren vinden – aldus Eberhardt, Verheecke en Bank – de meest duistere spelletjes plaats. De aanwezigen krijgen een persmap in de handen gedrukt met allerhande bewijs dat de gaande TTIP onderhandelingen worden gedomineerd door multinationals en corporate belangen.
Agrifoodsector
De lobbyisten houden zich vooral bezig met de TTIP onderhandelingen over voedsel en landbouw, de zogenaamde agrifoodsector. Deze sector – met name de landbouw – is dan ook goed voor een derde van de Europese begroting van 960 miljard over een periode van zeven jaar. Volgens CEO is een groot deel van de gesprekken die vooraf gingen aan de onderhandelingen gegaan over voedsel en landbouwbeleid. Tezamen 20 procent. De onderzoekers van CEO hebben hiervoor documentenopgevraagd bij de Europese Commissie. De grootste speler op het gebied van lobbyen in deze sector is FoodDrinkEurope, welke onder andere Coca Cola en Unilever representeert.
Nu de onderhandelingen daadwerkelijk van start zijn gegaan is het de vraag in hoeverre de agrifoodsector zijn belangen kan inbedden in TTIP. De lobby speelt zich in mindere mate af rondom de zogenaamde Tarifaire Belemmeringen: import en export heffingen. Deze zijn al vrij laag tussen Europa en de VS. Het groot deel van de lobby heeft betrekking op het wegwerken vanNon-Tarifaire Belemmeringen (NTB’s) blijkt onder andere uit de position papers vanFoodDrinkEurope/Copa Cogeca en Croplife USA/European Crop Protection waar Eberhardt over spreekt in de video. De NTB’s moeten goed zijn voor 80 procent van de winst die TTIP de wereld gaat opleveren.
Voor de agrifoodsector gaat dit met name over veiligheidseisen, informatievoorziening en toelating van bepaalde producten en ingrediënten. De vraag is dan ook of we hier wel moeten spreken van ‘belemmeringen’. Het is met name de voedingsindustrie die profiteert van minder hoge eisen aan hun producten. Voor de consument liggen ‘Amerikaanse toestanden’ in het verschiet (zie kader Voedselveiligheid).
Wat het oplevert
TTIP levert vele banen en 100 miljard aan inkomsten op volgens de EU en bedrijven. Dit klopt niet helemaal volgens een onderzoek uit 2014 van Jeronim Capaldo van het Global Development and Environment Institute: ‘TTIP appears to favor economic dis-integration, rather than integration, in Europe. At a minimum, this shows that official studies do not offer a solid basis for an informed decision on TTIP.‘ Het onderzoek van Capaldo laat met realistische cijfers zien dat de onderzoeken waarop de EU zich baseert te rooskleurig zijn voorgesteld. In de agrifoodsector is de winst voor de VS is met name te behalen in de industriële landbouw is te lezen in een Nederlands onderzoek uit 2014 door Platform Authentieke Journalistiek, SOMO en TNI.
De vraag over de winst die de agrifoodsector in Europa opstrijkt met TTIP kon niet beantwoord worden. Een interview met een vertegenwoordiger van de Europese Commissie werd op het laatste moment geschrapt wegens ‘TTIP-drukte’. Ook schriftelijk was er momenteel ‘geen tijd’ om vragen te beantwoorden. De European Food Safety Authority (EFSA) – slogan: ‘Committed to ensuring that Europe’s food is safe‘ – wilde niet reageren op vragen over de agrifood-lobby en of die onder andere bijdraagt aan minder strenge gezondheidsregels onder TTIP. De eerder geciteerde Bas Eickhout Europarlementarier voor Groenlinks werd de uitkomst van het CEO onderzoek voorgelegd. Zijn reactie:
‘TTIP is een uitgelezen kans voor de agrarische voedselindustrie om lastige regelgeving in het belang van mens en milieu naar hun hand te zetten. Vergaande convergentie van niet-tarifaire belemmeringen betekent de facto dat standaarden niet meer alleen door de Europese politiek bepaald kunnen worden.’
Er bestaat tussen Europa en de VS een aanzienlijke verschil met betrekking tot voedselveiligheid. In Europa is het ‘precautionary principle’ van kracht, dit houdt in dat producten die zich niet bewezen hebben veilig te zijn niet toegelaten worden. Met andere woorden: ‘better safe than sorry’. De VS pakt anders aan: er wordt hier een ‘risk assessment’ gemaakt van de mogelijke gevaren voor mens en milieu en de kosten (en vooral opbrengsten) voor de voedselindustrie. Slotsom: de regels omtrent voedselveiligheid zijn een stuk strenger in Europa dan in de VS. Een voorgestelde harmonisering van de regels, waarbij een gulden middenweg wordt gezocht, kan hiermee enkel een negatief effect hebben op de Europese regelgeving. Bron: Center for Food Safety
Kunnen we er nog onderuit?
De weerstand tegen TTIP komt niet enkel van activistische organisaties als CEO en Lobbycontrol. In Berlijn waren twee weken terug nog 50.000 mensen op de been tegen TTIP. Vorig jaar september nam de Gemeente Brussel een motie aan die de Belgische regering opriep om ‘openbare diensten en diensten van het algemene belang absoluut gevrijwaard blijven in het ontwerpverdrag.’ Vandaag (woensdag 4 februari 2015) staat er een openbare demonstratie gepland in Brussel. Is de nood wel zo hoog? Uiteindelijk is het aan ieder land afzonderlijk de keus of ze TTIP ratificeren, of zit het anders?
Komende vrijdag weten we (iets) meer over de voortgang van TTIP, dan sturen de onderhandelaars een voorlopig rapport de wereld in. Het is niet waarschijnlijk dat hier in detail zal worden getreden over het opheffen van belemmeringen voor de voedselindustrie en landbouwsector. Wij wachten af tot de volledige versie weer uitlekt en houden u op de hoogte.
Bekijk hier meer Q&A sessies met leden van CEO en Lobbycontrol.
Afbeelding: Oxfam Novib